U zocht voorbeeldzinnen met daarin "geld"
Resultaten 421 - 423 van 423
- zulversmid: Oes jongs kost oes geld en oes wichter kost oes geld. Daor hew nog de zulversmid had, die een heel b
- zwiegen: As het geld sprek, mot het geloof zwiegen (Gasselte)
- zwier: Hij mag graag zwier maken van aandermans geld (Kerkenveld)