U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bij"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 441 - 460 van 500
- direct: Hij woont drekt bij de brogge
- direct: Hij stun der drekt bij (Eext)
- dobbern I: Gisteraovend nog late dobberde der ene bij oos op de glazen (Beilen)
- dochter: As er een dochter trouwt, dan kriej er een kiend bij, maar as een zeune trouwt, bi'j der ene kwiet (Hollandscheveld)
- dodde II: Even kieken of er ok een dod bij is (Klazienaveen)
- doddel: Wat is dat een doddel van een mèenskie, daor zit niet veul bij (Eext)
- dode: Det was zo'n dooie meid, daor völ ie bij in slaop (Ruinerwold)
- doedel: Hie is der niet met zien verstand bij, het is zo'n Jan doedel (Borger)
- doedertied: Ik bin der doedertied niet bij west (Sleen)
- doelloos: Ik wil niet hebben daj nog langer doelloos bij hoes rondlopt (Hijken)
- doemkracht: Wij hadden gien doemkracht bij oes, doew de kor lek hadden (Sleen)
- doen II: Hie dee nog bij duustern
- doen II: Wij hebt ruild, maor hij hef mij der mal bij daon
- doen II: Wij doet er zoveule bij
- doen II: Bij de buren, daor is wat te doen (Padhuis)
- doesterd: Daor zit niks bij die vent, het is een grote doesterd (Broekhuizen)
- doestern: Ze harren 's nachts ewaakt en daor zaten ze de aandere dag bij de hèerd te doestern (Ruinerwold)
- doezel: Hie is bij de kachel wat in de doezel kommen (Sleen)
- dóf II: Even met de doffe douk er bij langes (Norg)
- dokter: Ze luup veul bij de dokter (Weiteveen)