U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hebben"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 441 - 460 van 500
- hebberig: Die mèensken wilt het underste oet de kan hebben, die bint zo hebberig (Oosterhesselen)
- heem: Ik wil hom nait op het haim hebben
- heer: Mien aol heer zee aaid: IJ moet niet eerder pochen of ij moet de vrucht van het laand hebben (Eext)
- hege: Aj een goeie hege hebben wilt, moej ene hebben van de meidoorn (Hijken)
- heidam: We hebben hier tiedelijk een haidam slaogen, we willen met dukers aan de gang (Emmer Erfscheidenveen)
- heks: net of de heksen der mit speuld hebben
- helderweg: Hoe zu'n borrel woj hebben? Doe mor helderweg (Eext)
- helling: Een slootwal möt een goeie helling hebben (Wapserveen)
- hen I: Wie hebben ain brödse henne op tien aier zitten (Valthermond)
- hen-en-weer: 't hen-en-weer hebben, kriegen
- hengdoem: Ik moet drie hengen hebben, en ik moet der ok drei hengdoemen bij hebben (Sleen)
- hering: Hij mut er hering of kuut van hebben
- herinnern: Ik kan mai neit herinnern dat wai zo'n winter had hebben (Peize)
- herrie: Non hoop ik daj een plezierige aovend zult hebben en gien herrie zult maken (Beilen)
- herrie: Ze hebben grote herrie had (Roderwolde)
- heufd: Het heufd der niet bij hebben
- heufd: Een heufd as een almenak hebben
- heufd: Der een zwaor heufd in hebben
- heufdgebouw: Aj dat hebben wilt, moej in het heufdgebouw weden (Weerdinge)
- heufdvaort: Daorbij komp nog dat die het veen koft, geld mot hebben ....umdat er de heufdvaort an toe is en dat