U zocht voorbeeldzinnen met daarin "meer"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 441 - 460 van 500
- lammenarig: Hie zit daogs mor lammenaodig veurhet glas, het leven hef veur hum niet veul zin meer, zeg e (Eext)
- lap: Dat mèensk kan nog goed van de lappen, ze is toch niet zo jong meer
- lapperij: Dat is mij een lapperij van niks, die boks is gien cent meer weerd (Anderen)
- lastig: Het is meer lastig as gevaorlijk
- leeftied: leeftied kommen dat e gien haozen meer vangen zal (Eext)
- leeg II: Ik wus niks meer, ik was hielemaol leeg
- leeg II: Ik kan niet meer, ik bin hielemaol leeg
- lèesttieds: Lèesttieds hew der niet veul meer van heurd (Sleen)
- lei I: Hie hef een schone leie, hij hef gien schulden meer (Koekange)
- leiden II: Hij kan nich goud meer zein, ie meut hum leiden (Barger Oosterveld)
- leiperd: Wat een traoge leiperd, meer kieken dan warken (Hoogeveen)
- lens: As de pompe lens is, dan is het leertie kepot en slot niet meer of (Noordscheschut)
- leperd: meer slim dan gemien (Padhuis)
- leuk: Ik vin dat niet leuk meer (Klazienaveen)
- leven I: Dat laom, daor zit niet veul leven meer in
- levensmu: Hai was levensmui, hai wol nait meer (Valthermond)
- levertörf: Leverturf, die wil slecht braanden, die smeult meer (Geesbrug)
- lie: Hij hef niet völ meer te zeggen, hie is er lie an toe
- lief I: Hij hef gien lief of zeil meer
- liefde: Het was gebeurd met de liefde, ze kwamen niet meer bij menaander op vesite