U zocht voorbeeldzinnen met daarin "over"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 441 - 460 van 500
- is: Ik heb het is metmaokt, dat ze met Zuudlaorder maark over de knorren luipen (Roderwolde)
- jaap: Hij lop mit een jaap over het gezich (Barger Oosterveld)
- jaap: Hij kreeg toch een jaap over de wang (Hooghalen)
- jagen: Ik heb hum over de haide jagd
- jagen: De regen jag over het laand (Balloo)
- jak: een jak, det harren ze over het mouwrompien (Ruinerwold)
- japs: Gisteraovend hef e 'n flinke japs, ...japse over het gezichte kregen (Padhuis)
- jas: Hie trekt de iene jas over de aander an
- jauweln: Zie jauwelde mor deur over heur zeikte (Emmer Erfscheidenveen)
- jentig: Hie löp ter nog jentig over (Sleen)
- jeugdjaoren: Aj aolder wordt, wordt er nog weer vaak over je jeugdjaoren proot (Oosterhesselen)
- jeuzeln: Jeuzel toch niet over dingen die ij niet verandern kunt (Schoonebeek)
- jodeln: schup tusken de beeinen, dat hie jodelde der over (Eext)
- joelen: De bromtolle joelde over de vloere (Weiteveen)
- jokken II: Aj der azien op doet, is het jeuken vaak over (Stieltjeskanaal)
- jongelingsverieniging: Hij hef een inleiding holden op de jongelingsverieniging over een biebelgedielte (Zuidwolde)
- jonkheid: Dat giet wal over, dat is niks as jonkheid
- jukstok: over lagen (Emmen)
- kaaibakken: Magst mit het kaaibakken nich over de meet kommen (Barger Compascuum)
- kaal: Het laand is zo kael, ie kunt er wel een luus mit de zwepe over jaegen (Diever)