U zocht voorbeeldzinnen met daarin "was"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 441 - 460 van 500
- bijtied: Hij was ter bijtied(s) (Hoogeveen)
- bijvoren: Ze mussen de kounen bievouern, der was gien waaide (Barger Oosterveld)
- bijwark: Bijwark was de ring met spie der under um de zeis vast an de boom te maken (Beilen)
- bikkesementen: Hie was daor zo mooi an het bikkesementen (Sleen)
- bilderboks: Wat was dat een bilderboks van een jong (Erica)
- billijk: Het was een billijk veurstel (Uffelte)
- bindtouw: was bindtouw. Het mus goud strieken willen (Barger Oosterveld)
- binnen: Het was er binnen een week (Sleen)
- binnenin: Binnenin was dei appel heilemaol verrot (Barger Oosterveld)
- bisse: De Ommer bisse was de tweide dingsedag in juli (Ruinerwold)
- bissedonderdag: De bissedonderdag was de donderdag in de week volgend op de Ommer bisse (Broekhuizen)
- bitter II: Dat was een bittere pille (Emmer Compascuum)
- bitter II: Het was zo bitter as de gal (Roderwolde)
- blaakhelder: Dat mens hef de was altied blaokhelder an de lien hangen (Vries)
- bladstil: Het was er mooi en ok nog bladstil (Roderwolde)
- bladstil: Het was blakstille, der was gien blussien wiend (Ruinen)
- blakern: Deur de braand was alles zwart blakerd (Beilen)
- blaklak: De muur was van ondern met blaklak zwaart maokt (Roderwolde)
- blaksem: Te blaksem, dat was niet mis (Dwingelo)
- blank II: Dat kind was zo blaank as melk (Grolloo)