U zocht voorbeeldzinnen met daarin "worden"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 441 - 460 van 500
- melkwarm: Het mot hum almaol melkwaarm mokt worden
- memorie: Der möt aaid binnen een halfjaor een memorie opmaakt worden (Padhuis)
- meneer I: Wat dunkt meneer der van, zul die koe weer klaor worden?
- menweg: De menneweg mut inslicht worden (Geesbrug)
- meschik: Dat ongedierte kuj meschik niet kwiet worden (Pesse)
- messtikker: De messtikker was stomp, die mus haard worden (Sleen)
- met III: Het was met dat al nuver laat worden (Sleen)
- meugen: Dat mag ai nou wel zeggen, mor het mot nog bewezen worden (Eexterveen)
- midden II: De hokken worden midden op de akker zet (Roden)
- middenboom: De middenboom mot nog vaarfd worden (Balloo)
- mienens: meut wie oppassen, het begint meinens te worden (Barger Compascuum)
- miesderd: Wat is dat een miesderd, ij kunt er gien egge of rugge van gewaar worden (Sleen)
- milde: dat de stangen van de melde ekaokt worden veur varkensvoor (Broekhuizen)
- miltvuur: mot verbrand worden (Gieten)
- minder: is er niet minder op worden
- minder: Die wond is al weer minder worden (Eexterveen)
- minlijk: Hij is nao die ziekte wat minlijk worden (Padhuis)
- mismoedig: Wat een tegenslagen, ie zulden der mismoudig van worden (Barger Oosterveld)
- moes II: Die jong is zo groot worden, die kan zien vaoder de moes wel van de kop eten (Borger)
- moesiesaovend: Moesiesaovend dat was de leste aovend veur Karstmis, dan mocht er niet dreeid worden, geen spinnen, (De Wijk)