U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dag"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 461 - 480 van 500
- vinnig: Ze kan antmit zo vinnig veur de dag komen (Koekange)
- vlegelachtig: Die komp wat vlegelachtig veur de dag (Kerkenveld)
- vleisklobbe: As er slacht wuur, kwam de vleisklobbe veur de dag (Zwinderen)
- vleiskupe: As er vrogger eslacht was, dan mus 's aovends of de aandere dag de boel in de vleiskupe (Koekange)
- voel II: Dat is een voel ei. Gooi maor weg. Daor is al een dag of wat op bröd (Vries)
- voelniswagen: ...en toen kwam de vuulniswagen ook nog een dag later (Broekhuizen)
- volgend: De volgende dag stun e alweer veur de deur (Emmen)
- vrijmaken: Ik zal zien, o'k mij een dag vrijmaken kan (Koekange)
- vroeg: Mörgen is het weer vro dag (Eext)
- vruit: Vruit opschieten, wij hebt niet de hele dag tied! (Hollandscheveld)
- vullen I: Ik kan de dag haost niet vullen (Klazienaveen)
- wanten: To kun'k in één dag twee wanten buizen maken
- wanwennigheid: De neeie koe kan niet wennen bij de koppel, uut wanwennigheid reert e de hiele dag an (Uffelte)
- wanzuun: Die koe is wanzuun, hie hef een dag of wat niet vreten
- warkhoes: Een dagmaegie haar waarkhuzen, dat was gien maegd die dag en nacht bleef (Dwingelo)
- warkloos: 500.000 Warklozen en ik möt de hiele dag knooien (Dalen)
- warkvrouw: Ik krieg één dag in de week een warkvrouw (Drouwen)
- warm: Aj een dag gien waarm eten kriegt, zul je niet van verhongern (Balloo)
- warm: Midden op de dag is het vaok op 'n waarmst (Peize)
- wat III: Een dag of wat, dan weew der meer van