U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gat"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 461 - 480 van 500
- spilgat: Het spillegat is het gat, waor de hekkeboom in dreide (Ruinen)
- spitten: Spit mij daor even een gat in (Klazienaveen)
- splitpen: Hie döt een splitpenne deur het gat van de bolte (Fluitenberg)
- springen: Hij sprunk een gat in de lucht; zo bliede was e (Hoogeveen)
- staart: De staart krult hum veur het gat
- staotsie: Wat haar dai toch een pronk en staotsie an het gat hangen (Valthermond)
- steekbuus: mit een zakkie veur het horlogie en een stikbuusie veur de wetsteen op het gat (Dwingelo)
- stevig: Ze haar een paor stevige bainen onder het gat (Roderwolde)
- stiendergat: Ik zag een diep stiendergat en zette mij (...) op de raand van het gat
- stip II: stip-in-het-gat
- stip-in-het-gat: Bij stip in het gat doet wij water in de pan. Dat make wij an de kook en dan strooie wij der meel in (Hijken)
- stip-in-het-gat: Stip in het gat is een stief meelgerecht met een gat er boven in, woor een mengsel van melk en stroe (Sleen)
- stoel: Zet het gat mor an 't stoel
- stoel: Hie giet met het gat op de stool zitten
- stoet I: Die vrouw hef beste stoeten an het gat (Rolde)
- stop I: *Beter een maal stop as een mooi gat (Anderen)
- stop I: Beter een mooie stoppe as een lillijk gat (Wapse)
- stopnaald: Aoltje zat op paoltje met een stopnale in het gat/Au, zee het Aoltje, wat stek mie dat
- stoppen: Hij stopt het iene gat met het aander (Padhuis)
- stoppen: mij dat gat in de boksebuus wal even stoppen? (Zweelo)