U zocht voorbeeldzinnen met daarin "tegen"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 461 - 480 van 500
- mistig: Het was vanmorgen zo mistig, ie kunden er de fietse zo tegen anzetten (Hollandscheveld)
- miszeg'gen: Wat hest toch wal tegen mie. Heb ik die wat miszegd? (Barger Compascuum)
- moedeloos: Het leup hum zo tegen, hij weur der moedeloos van (Beilen)
- moedepop: Tegen een opgetutte dame wordt wel modepop zegd (Rolde)
- moedig I: Het lop hom slim tegen, maor hai is der nogal moudig onder (Zuidlaren)
- moekebien: De mieste peerde mit mokkepoten weuren ekocht deur pramejagers en die pisten er tegen um het te hiel (Zuidwolde)
- moesiekrabben: Met moesiekrabben weuren de kotsen overhaands tegen de muur angooid (Hijken)
- moorden: Hij mus der tegen marteln en moorden (Smilde)
- mostern I: Zie mostert tegen mekaar an
- mostern I: Ie mut niet zo tegen dat kiend zitten te mostern (Pesse)
- mostern I: Hij begunde wel wat te mostern tegen mij, mar kwaod worde hij toch niet (Hoogeveen)
- muit-mie-zaod: Tegen boukwait wuir wel zegd van muit-mie-zaod
- muntenkappien: Wat liekt die muntenkappies mooi tegen die keien an (Stieltjeskanaal)
- murmere'ren: Hie mus opereerd worden, maor hie murmereerde der aordig tegen (Borger)
- musel: Hier lig nog een hiel stuk gruunlaand, daor wordt nog altied de Musels tegen zegd (Geesbrug)
- muur I: Hie is met de kop tegen de muur lopen
- nachtbidder: Wai zeggen tegen een oel van nachtbidder (Roden)
- nachtraven: Al dat nachtraven, daor kan ik slecht tegen (Stieltjeskanaal)
- naodlint: Naodlint weur broekt um het rafeln tegen te gaon (Weerdinge)
- naoheuien: Naoheuien was mal wark, veural aj de wind tegen hadden (Zwiggelte)