U zocht voorbeeldzinnen met daarin "van"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 461 - 480 van 500
- bedoen: Oh, schei uut, ik bedoe mij van het lachen
- bedoen: In het ziekenhuus hej kaans dat ze oe van alle kaanten beklopt en bedoet (Uffelte)
- bedrebbeld: Ik was der glad bedrebbeld van (Zwiggelte)
- bedrebbeld: Het kind was glad van de kaort, 't keek zo bedrebbeld (Hijken)
- bedrief: Gienien van de jongs wol op het bedrief (Padhuis)
- bedrief: Hij hef daor een bedrief van zo'n 30 bunder (Hijken)
- bedrieten: Hij hef zuk van boven tot under bedreten (Barger Oosterveld)
- bedroeven: Het mot je bedroouven, aj zeeit, hoou ze 't spul van de aol leui versmeert (Gasselte)
- bedruzeld: Hij vult van de wagen en do was hij bedosseld (Barger Compascuum)
- bedruzeld: Hij is der bedoezeld van (Valthermond)
- beduusd: Mien buurman was onverwachts overleden, ik was er glad beduusd van (Peize)
- beeld: Een beeld van een meid (Hoogeveen)
- beeld: Ik kan mij der nog gien beeld van vormen (Hijken)
- beeltenis: De beeltenis van O.L. Heer stun op de bouzem
- bèermot: Een beermot is een handig zwientie van zowat een dikke 100 pond (Eext)
- bèermot: ...van 3 Ã 4 maond (Klazienaveen)
- beet I: Een beet van een hond kan gemien zèer doen (Westerbork)
- beethebben: Ik har beet van een grönteltien
- begaonbaorheid: De begaonbaorheid van de weg is nou wal verbeterd (Coevorden)
- begieren II: De wichter begierden zuk van het lachen, zie hadden de boks der nat van (Eext)