U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wil"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 461 - 480 van 500
- lèesttik: Ik heb hum de lesttik geven, man hij wil het nich gelden laoten (Barger Compascuum)
- legen I: Wil ie de krulewagen even lègen? (Elim)
- legeteren: Ik wil de kerk nog viefdoezend gulden legeteren (Eexterveen)
- leiden II: Ze wil naargens van waiten, ze wil zuk ook nait laiden laoten (Valthermond)
- letten I: Moej even letten, dan wil ik eerst de guut halen (Sleen)
- levensdagen: Ik wil het van mien levensdaogen niet hebben
- levertörf: Leverturf, die wil slecht braanden, die smeult meer (Geesbrug)
- licht I: Wil oen locht niet braanden?
- licht I: Tussen licht en donker wil ik daor nog even hen (Klazienaveen)
- lid II: Wie het onderste uut de kanne wil hebben, krig het lid op de neuze (Hoogeveen)
- lieder(d): Het is zo'n lieder, hie wil niet dood en hie wil niet ankommen (Sleen)
- liek I: Ik wil an mien liek komen
- liek III: Daor wil ik een lieke sloot an langes hebben (Klazienaveen)
- liekzetten: Ik wil even de klokke liekzetten (Nijeveen)
- liem I: De leeim zit hier vort under de bouwvoor, het waoter wil niet best vort (Eext)
- liemgrond: Het is door allemaol leimgrond, door wil het water nich vort (Barger Oosterveld)
- liempot: Haal mij de liempot ies op, ik wil dat ding weer liemen (Erica)
- lien III: Ik wil dat niet lieden (Fluitenberg)
- ligger: Ik wil even een neie ligger onder de vlouer maoken (Valthermond)
- likstien: Ik wil èven naor het laand een likstien ophangen (Hoogeveen)