U zocht voorbeeldzinnen met daarin "alles"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 481 - 500 van 500
- opzèeien: Aj niet begunt met opzeien, kriej niet alles met (Eext)
- opzetten: Het liekt er alles op dat het weer zuk opzet
- orde: Heb ie alles op orde?
- örder: Zie hebben alles goud in örder
- örder: Wij hebt het drok had met de verhoezing, mar non hew alles op örder (Borger)
- overal II: Ie mut niet alles aoveral halen (Hoogeveen)
- overbaan: Haol alles man over de bane, dan kunnen wie zein, wat wie aarfd hebben (Roswinkel)
- overbaan: Hael toch niet alles tegelieks aover de baene (Wapse)
- overbaot: Dat is dus alles overbaot, wat ze nou kriegen (Eelde)
- overblaffen: Die kuj het niet vertellen, die blaft alles over (Klazienaveen)
- overblieven: Ie moet niet alles opeten, der mot ok nog wat overblieven veur mörgen (Eext)
- overbrengen: want hij brengt alles over (Zuidlaren)
- overdragen: IJ kunt hum niks vertellen, hij mag geern alles overdragen (Stieltjeskanaal)
- overgeven: Wij hebt van alles prebèerd, mar wij mussen het aovergeven (Uffelte)
- overhemd: Het overhemd bedekt alles
- overheuien: Wij mussen alles weer overheuien (Diever)
- overhoop: Zie hadden inbreuken en alles overhoop haald (Ekehaar)
- overklatern: Pas mar een beetien op oen woorden as Roefien der bij zit, want die klatert alles aover (Broekhuizen)
- overledene: De lèeste wil van de overledene was dat alles naor de kerk gung (Eext)
- overleuten: markt alles en leut alles weer aover