U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hen"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 481 - 500 van 500
- knollenloof: As het knolleloof bevreuren was en ie mussen dan hen knollenplokken, dan waar ie niet best of (Ruinerwold)
- knuppel: De knuppels moet hen bedde (Sleen)
- koe I: Ik wil even met de koou hen de bolle (Wapse)
- koedriever: De koedriever jèug de koenen 's morgens hen de mao en 's aovends haelde hij ze op (Dwingelo)
- koegeln: Zie koegelt hen binnen (Sleen)
- koffiemalen: Hij hef der iene hen koffiemalen
- koken: Mien vrouw is naor de buren hen koken
- kolk: Wij gaot hen bedde, striekt het vuur maor in de kolke (Hollandscheveld)
- kolken: Moej het water ies heuren kolken deur de duker hen (Stieltjeskanaal)
- kommen: Wij kommen al een heel eind hen
- kommend: Komende zundag muw hen mien breur (Zuidwolde)
- kop: Eein de kop deur de kont hen trekken
- kopdoek: Met de kopdook op gung mo hen de markt (Hijken)
- korrebak: Aj ies hen Koevern gungen in het korbakkien, dan was het al mooi
- kortwieken: Ik zal die hen even körtwieken, dan vlog e niet meer over het gaos (Roderwolde)
- köster: As wij as kinder hen ekkelbieters zuken gungen, wussen wij precies wat een köster of een domnee of (Oosterhesselen)
- kral I: Hen bedde jong, ie kriegt krallegies
- krang: Aj non de krange kaant hen boeten doet, dan zöt het jassie der nog aordig schier oet
- kraomschudden: Hie giet hen kraomschudden (Sleen)
- krèeien: Laot ze mor hen krèeien