U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kan"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 481 - 500 van 500
- gofferd: Die gofferd kuj der niet bij hebben, die kan zien fetsoen niet holden (Broekhuizen)
- golven: Rogge kan zo mooi golven (Roswinkel)
- gooien: Hij kan heeil wied gooien (Norg)
- gördel: Aj 'n koe een dek opdoet, kuj der een gördel umdoen, mor het kan ok met touwgies (Sleen)
- gorreldrank: Job kan niet gorreln met zolt waoter, want hie slok het deur. Daorom het e koejak as gorreldraankie (Eexterveen)
- graanzen: Hee kan toch granzen as een schepershond
- graanzer(d): Wat is dat een aolde graanzerd, die kan niks missen (Anderen)
- graanzerig: Dat biggie is mor een graanzerig ding, het kan haost nait metkommen (Eexterveen)
- graf: Hij kan zwiegen as het graf (Nieuw Amsterdam)
- grammietig: Olde Job kan toch zo grammietig toekieken (Hollandscheveld)
- grapjanus: Het kan dan wal zo'n grapjas wezen, mar zölf kan e nich over gekheid (Barger Oosterveld)
- gres: Pas mar op, denne kan het grös heuren wassen
- grienderd: Die grienerd kan niks missen (Balloo)
- griepen: Jan is een grote graoperd, die grep wat e griepen kan (Beilen)
- griepgraag: Hij hef slim griepgrage vingers, alles wat hij griepen kan, grip e (Pesse)
- griezelig: Ik kan mij der griezelijk an argern (Wijster)
- griezeln: As ik ze zo gevaorlijk zie fietsen, kan ik er wel van griezeln (Klazienaveen)
- griezeltien: Het kan mij gien griezel schelen
- grof: As hij niet kan winnen, begunt hij met grof geschut (Meppel)
- grof: Wat kan die kerel grof liegen (Oosterhesselen)