U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mooi"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 481 - 500 van 500
- inhebben: Eerpels mooi dunne schellen hef nog wel heel wat in
- inkommen II: Het zaod is mooi inkomen (Sleen)
- inlands: Een mooi zwaart peerd was een inlaands peerd (Een)
- inmennen: Het wordt vandage mooi weer. Non gauw an het inmennen (Zweelo)
- inregen: De kunstmes is mooi inregend
- inschrankeln: Die stront kuj mooi even inschraankeln (De Wijk)
- insnoeren: Zie snoerde zuk in om mooi dun te lieken (Emmer Erfscheidenveen)
- instinken: Hie kun het niet zo mooi maoken dat ze der instonken (Anloo)
- inteugel: An de inteugel kuj mooi je kop steuten (Anloo)
- intuschen: Gaot ie alvaste mar weg, dan kan ik intussen mooi opschieten (Elim)
- inwieken: Ie mut het mar goed nat holden, dan wiekt het mooi ien (Stuifzand)
- jachtbaand: Het overstek van dizze aolde schuur is zo mooi, veuraal met die kromme jachtbanden der under (Eext)
- jagershoed: Die man hef zo'n mooi jagershoedtie (Borger)
- jandoedel: Zij waren mooi an de jandoedel mit mekaar (Hollandscheveld)
- jonkveekeuring: Met de jongveekeuring was wie allemaol mooi anschoten (Peize)
- jouker: Dat reisien zal wel mooi wèzen, mar het is mij te jouker (Broekhuizen)
- jufferholt: Daor in het bos zit mooi juffersholt in (Ruinerwold)
- juliaantje: Wai hebben een mooi parkie met juliaantjes (Norg)
- juur: Wat maakt die veerse een mooi gidder (Emmer Compascuum)
- kaal: Wie schiet al weer mooi op in de tied, de bomen worden al weer kaal (Klazienaveen)