U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wil"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 481 - 500 van 500
- liter: Ik geleuf dat ik nog even een liter ophalen wil
- Loek II: Hie wil Loek en Hambörg wal hebben
- loenen I: Bie loenen wil hij best waarken (Emmer Erfscheidenveen)
- loerangel: Ik wil niet hebben daj met zun loerangel umgaot, blief hum leeiver oet de buurt (Eext)
- lomigheid: Die loomheid wil nog niet overgaon (Drouwen)
- loop: Ik wil hier geen loop langs hebben, gao mor umtoou
- loopzand: Zulverzaand is een soort loopzaand, wat zo lekker tot de haand oetlopen wil (Westdorp)
- lopen: Laot hum mor lopen, hie wil toch dwars wezen
- lös I: Daor wil ik mie even lös op holden
- lösjagen: Hie wil alles met een aander lösjagen
- löslaoten: Het kniepertiesiezer is te hete, het wil niet löslaoten
- lössen: Dat kind is zwaor verkolden, geef hum maar wat sukerwater of honning, dan wil het beter lossen (Barger Compascuum)
- loutern: Ik wil mij eerst nog even gauw loutern (Padhuis)
- lustern I: Wat is dat een dikoor, die wil nooit lustern (Borger)
- maagd: Jopkie is nog maogd en wil dat blieven tot heur trouwen (Eext)
- macht: Hij wil mit alle macht winnen (Wapserveen)
- maken: Met die wil ik niks te maken hebben (Geesbrug)
- malboks: Die malboks wil niet met (Balloo)
- man I: Hie wil graog de man wezen
- maot II: Ik wil dat laand kopen, ik heb een goeie maot vunden (Sleen)