U zocht voorbeeldzinnen met daarin "Sint"
Resultaten 41 - 54 van 54
- Sint-Meerten: Sint-Meerten was hier niet gebrukelijk, meer in Noorddrenthe, in de Monden en Grönningerlaand (Nieuw Amsterdam)
- Sint-Meerten: Sint Meerten is hier van wied nao de oorlog (Sleen)
- Sint-Pieter: Op 22 februari is het in Oosterhesseln en Gees Sint-Pieter. Ieder paar wat in dat jaor trouwd is, da (Zwinderen)
- Sint-Pieter: *Sint-Peter mut de luibert zien nust bezitten
- sint-pieterbalslaon: Sint-Pieter balslaon deden wij as kinder niet, tegenwoordig begunt ze der met
- Sint-Steffen: Vrouger moch mit Sint-Steffen het peerd gien water hebben (Barger Compascuum)
- Sint-Steffen: Met Sint-Steffen gungen de boerenjonges op peerd naor de umliggende dörpen en kregen een borrel anb (Rolde)
- Sint-Steffen: Met Sint-Steffen kreeg één koe van de buren een lekker toppien heui (Oosterhesselen)
- sint-steffenrieden: Vroeger gingen jongemannen sint-steffenrieden op peerd op tweide kerstdag (Eelde)
- sint-steffenrieden: Sint-Steffen
- slik I: Mit Sint-Meerten kregen de kinder weer een bult slik (Roswinkel)
- steffenrien: Sint-Steffen
- vergarven: Ik mus er um Sint Jopk hen vergaarven
- Zweler: Sint-Laurens