U zocht voorbeeldzinnen met daarin "achteroet"
Resultaten 41 - 49 van 49
- opgaonde: Een opgaonde is een stuk laand, dat zo bij de boerderij achteroet lop (Anderen)
- pees: Leg die pees mor achteroet, dan kan hij dreugen (Sleen)
- poep II: Gooi die aolde poep toch achteroet
- rutern I: achteroet rutern
- rutern I: Dende rutert ok achteroet
- schoekeln: Hij schoekelde mit de stoule achteroet (Barger Compascuum)
- schoren II: Hie schoort met de stoel achteroet (Sleen)
- slof I: *Sloffien lopen: met hiel grote sloffen achteroet lopen en dan miestal nog met een schötteltien in (Oosterhesselen)
- vegen: Dat peerd kan vinnig achteroet vegen