U zocht voorbeeldzinnen met daarin "boom"
Resultaten 41 - 60 van 288
- dik II: Op de brink stiet een dikke ieken boom (Mantinge)
- disponeren: Wij zult die dikke boom wel even op oen laand disponeren (Havelte)
- doevennust: In de boom achter oes hoes zit een doevennust (Valthe)
- dompeln: Zo wil de boom beter dompeln (Sleen)
- draagpen: De draegpenne van de ploog rustte de boom van de ploog op, daor kuj hum mit verstellen (Wapse)
- draagzeel: Ie kunt ook een draagzeel an de krulewagen doen van de ene boom naor de aandere en dan aover de nekk (Hollandscheveld)
- drèeihart: In die boom zit een drèeihart, die is niet recht op draod en kuj slecht kleuven (Sleen)
- droest I: Een boom mit zwaore droes
- droest III: Wat een droeste kop zit er op die boom (Sleen)
- droestkop: Het is zo'n droestkop van een boom, hie möt neug snuid worden (Oosterhesselen)
- drong: Die boom hef een dronge kop
- duksel I: Mit de biele wur een boom eerst bekaant en dan naobewarkt mit de dissel (Wapserveen)
- dukseln: Die kèrel hef een boom dusseld (Westerbork)
- duvelsdrek: Duveldrek weur gebruukt um een bije uut de boom te halen (Zuidwolde)
- eierproem: Den boom, door komt lekkere aierproemen an (Barger Compascuum)
- elzenblad: *As het elzenblad krange an de boom zit, is er règen op komst (De Wijk)
- endelholt: Aj een boom deur ezèugen hebt, zeej op het ende het endsholt (Wapse)
- ent: Kas do zörgen dat ik van die boom een ent krieg? (Padhuis)
- eulieklip: De eulieklip stun op de boom van de gresmesien (Sleen)
- even I: Den boom is net even dikker (Nieuw Schoonebeek)