U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bos"
Resultaten 41 - 60 van 133
- grauw III: Het is wat grauw um de bos, der kun wel ies regen komen (Diever)
- gries: Daor regent het al, tegen 't bos an is het al gries (Eext)
- griezelig: Op de fiets allèn bij het bos langs, dat vind ik toch zo griezelig (Borger)
- haasienjagen: Bij haasienjagen gungen de jongs de bos in en kreupen almaol vort op ien nao, dat was dan de jager.
- hakken: Wij mut die bos mar hakken, hij wordt veuls te dichte (Broekhuizen)
- handstok: Ik heb een haandstok uut de bos esnene (Diever)
- harfstkleur: In de bos hej non al van die mooie harfstkleuren (Sleen)
- haze: Hoe ver löp een haze het bos in?
- hege: IJ kunt het net zo goed op de heeg hangen, ...op heeg en stroek, ....op bos en stroek
- hekelplaank: Een hekelplaanke, hierachter stunden ien of twei kerels mit een bos vlas in de haanden en slugen dat (Havelte)
- hertenpad: Hier löp een mooi hertepad, ...hartepad deur de bos (Klazienaveen)
- hertenspeur: Hier bij het bos zeeij nog wel is een haartenprent, as ze nog fris bint, kuj ze makkelijk volgen (Eext)
- hiemertien I: Emerties, die gruiden 't meest in de bos of an de slootswallen en wiekswallen (Geesbrug)
- hoelen I: Hij hoelt met de wolven in 't bos (Peize)
- hol I: De onderdukers zaten in een hol in de bos (Westervelde)
- hond: Hie hoelt met de honden in de bos (Zweelo)
- huls II: Met 'n bos hulst veegt ze de schörstien (Klazienaveen)
- hut: De kinder hebt een hut maokt in het bos (Gasselte)
- iekhoorn: Ik zag in het bos een eekhoorn denappels oetdoppen (Gasselte)
- ienlijk: Het is ienlijk wonen, achter de bos (Ruinerwold)