U zocht voorbeeldzinnen met daarin "doem"
Resultaten 41 - 44 van 44
- Trien(e): *Trientien, Trientien, Troelala/Musken bint gien vinken/Stop de boer een doem in het gat/Dan kan e n
- vingerling: Ie kregen een vingerling um de vinger en een doemeling um de doem (Dwingelo)
- wondroos: Ik har mien doem knepen, mor ik kreeg best wondkoorts (Peize)
- zesthalf: Hij zee dat de mot zesdehalf doem spek had hadde