U zocht voorbeeldzinnen met daarin "een"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 41 - 60 van 500
- aap: Een hiele aop schieten
- aap: Al drag een aap een golden ring, het is en blef een lelijk ding (Zweelo)
- aap: Aopie op een stokkie/Bedelt om een brokkie/ Bedelt om een stukkie
- aargien: Waorumme hef Jaantien altied bosschuppies bij Klaos hier? Het is mit een aargien. Het is te daone um (Ruinen)
- aargien: Hij zèe het mit een aargien (Ruinen)
- aartsvader: Dat is een aartsvader, dei kan wal bie Noë in de arke zeten hebben (Barger Compascuum)
- aartsvader: Dat is vleis van een aortsvaoder (Emmer Compascuum)
- abbedoedas: Ene een abbedoedas geven (Diever)
- abbedoedas: Wat een abedoedas van een kerel (Eelde)
- abrammegie: Dat is der maor een mal abrammegie achter an (Smilde)
- abrikoos: Doe mij mor een glassien abrikosies (Sleen)
- ach: Ach wat, schiet umhoge, krieg ie een daalder de voete (Geesbrug)
- achtendieltien: Een achtendieltien botter
- achtenliej: De helfte van een achtenliej was een kinnegien
- achtensweerdig: Dit is een achtensweerdig persoon, die wordt deur een hoop meenschen aacht (Anderen)
- achtentwintigstuverse: Een achtentwintigstuverse zat tussen de wiedte van een harde gulden en van een rieksdaolder in (Schoonlo)
- achter I: Achter op het dak is nog een minne stee (Wapserveen)
- achter I: Vroeger waren de mensen oet een dörp achter bij de stadsmensen (Borger)
- achteran: Zij kwamen ook een best eind achteran (Erica)
- achteran: Mit het oren uutdelen hef hij niet achteran estaone; man, het liekt wel een olifant (Meppel)