U zocht voorbeeldzinnen met daarin "geweer"
Resultaten 41 - 47 van 47
- verweer: geweer
- verzeggen: Het geweer verzee en de patroon ketste (Een)
- vlakslaon: Het geweer slat vlak, het kruut is dof, geleuf ikke (Havelte)
- volsjook: Een geweer is halfsjook en volsjook (Coevorden)
- waopen I: geweer
- wissigheid: Hij deer veur de wissigheid de patroenen uut het geweer (Ruinerwold)
- wriefwas: Hij poetste de kolf van het geweer met wriefwas (Roderwolde)