U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gold"
Resultaten 41 - 56 van 56
- mörgenstond: De mörgenstond hef gold
- opleggen: De haan van de toren is oplegd met gold (Oosterhesselen)
- ploeg I: An de punte van de schöppe zit gold, an de punte van de ploeg zit zulver (Hoogeveen)
- prilken I: Die zat door toch zo op het feest te prilken met zien gold (Ekehaar)
- punt II: An de punte van de schöppe zit gold, an de punte van de ploeg zit zulver (Hoogeveen)
- roegbek: Het is een roegbek, mar hie hef een hart van gold (Stieltjeskanaal)
- schoem: Zo vals as schoem op het waoter, ...op het gold
- schup I: *An de punte van de schöppe zit gold, an de punte van de ploeg zit zulver
- spreken: *Spreken is zulver, zwiegen is gold (Buinen)
- umhangen: Ze had al het gold ummehongen (Noordscheschut)
- vals: Hij is zo vals as schoem op het waoter, ...'t gold
- veurheufdsplaat: De veurheufdsplaat is van gold en zit tussen de stiften (Zwinderen)
- veurheufdsplaat: ...kan van gold en van zulver weden (Sleen)
- zulver: Dai het zuk mit gold en zulver behangen (Valthermond)
- zuver: Het is zuver gold (Wijster)
- zwiegen: Spreken is zulver, zwiegen is gold (Emmen)