U zocht voorbeeldzinnen met daarin "heufd"
Resultaten 41 - 60 van 95
- heufd: Het heufd in de schoot leggen (Dwingelo)
- heufd: Der hung hum nog hiel wat boven het heufd (Wapserveen)
- heufd: Mit het heufd tegen de mure lopen (Dwingelo)
- heufd: Een heufd as een almenak hebben
- heufd: Der een zwaor heufd in hebben
- heufd: Hij ziet der een zèer heufd in (Hijken)
- heufd: Der het heufd tegen bieden
- heufd: Zij hebt hum lillijk veur het heufd estoten (Hoogeveen)
- heufd: Het heufd boven waeter holden (Vledder)
- heufd: Het heufd der veur holden
- heufd: Hij holdt het heufd stief
- heufd: Wat hij in het heufd hef, hef e niet in de kont
- heufd: Het heufd van het gezin (Sleen)
- heufd: Hie stiet an het heufd van 't schoel (Sleen)
- heufd: De kop van een harke is het heufd (Barger Oosterveld)
- heufd: Het heufd van een ledikant (Valthermond)
- heufd: Hij stond veur op het heufd van de törfbok (Geesbrug)
- heufd: Ze wolden beslist dat ik an het heufd van de taofel gung zitten (Meppel)
- heufd: An het heufd van de stoet löp zo'n soortement generaal (Meppel)
- heufd: Het stok van de stiele, dat baoven de liggende balke uutstek, dat nume wij heufd (Hoogeveen)