U zocht voorbeeldzinnen met daarin "jongs"
Resultaten 41 - 60 van 70
- opkommen: Wij gaot jongs, de laampen koomt al op (Hoogeveen)
- oplaan: Laadt de wagen maor gauw op, jongs! (Hoogeveen)
- opspeulen: Hij hef goed opspeuld, toen de jongs zo laot in hoes kwamen (Borger)
- overleefd: Het is niet, dat ik of ien van de jongs rukeloos overleefd zint...
- piep: Doe de jongs weefden, dee de aol man het piepen spoelen
- pimpel: De jongs waren mooi an de pimpel (Roswinkel)
- ploegendienst: Die jongs warkt in ploegendienst (Exlo)
- poerabels: Die jongs maakt ok aordig poerabels (Sleen)
- pompen: As de jongs an het vrangen waren, zeden ze: hie pompde hum zo op de grond (Sleen)
- rabalten: Wij hebt de jongs um het hoes toe te rabalten (Sleen)
- rebulliemaker: Die veer jongs, dat bint echte rebellieschuppers (Exlo)
- revotten: Wat bint de jongs weer an het revotten (Hollandscheveld)
- rikketikken: De jongs gungen 's aovends rikketikken (Rolde)
- ropper(d): Die hebt daor starke roppers van jongs (Sleen)
- schandaal: Jongs, maak toch niet zo'n schandaal, het heuren en zien vergiet oes (Coevorden)
- schooien: Die jongs hebt hiel wat geld bij mekaar schooid (Padhuis)
- snorren I: Jongs zeden:Wij gaot hen snorren, daor bint spiensters (Sleen)
- snorren I: *De wichter, die moet snorren/ Van sjoerum, sjoerum tralala/Ze moet de jongs wat porren/Snor, snor,
- spienstern: Vrogger gungen de jongs een aovend hen proten en de wichter hen spienstern (Padhuis)
- spienstertied: In de spienstertied hadden de jongs almaol aaid een kniplochien in de buus (Weerdinge)