U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kunnen"
Resultaten 41 - 60 van 147
- gulp: *Gulpen: overstappen, klapboksen kunnen zitten blieven
- haatdragend: Ie moet een keer vergeten kunnen en niet zo haetdraegend wezen (Wapse)
- halsholt: Een halsholt gebroekten ze bie twei peerden. Die zat veur an de disselboom. Dan kunnen de peerden ni (Barger Oosterveld)
- hang: Die peerden kunnen dat niet doen as ze in de hang zitten (Klazienaveen)
- harken: Zij zitten der warmpies bij, zij hebben heel wat geld bij mekare kunnen harken (Meppel)
- harsenwark: Dat is harsenwark, dat moej kunnen (Zuidwolde)
- haze: Je kunnen nooit weten hoe een koe een haze vangt (Klazienaveen)
- hebben: Met scheuveln mös do hum wal kunnen hebben (Padhuis)
- heibaos: Een goeie heibaos mus goed kunnen zingen; het trekken an de touwen gunk op de maote van het zingen (Havelte)
- hoos I: Ai kunnen met hozen en schounen over hum hengaon
- ienster: De pèerden kunnen elk gien kaante uutwieken, as ze het ienster anhebben, ...in het ienster zitten (Smilde)
- ieskelder: Eerder haj ieskelders veur het bewaren van ies um 's zommers te kunnen koelen op 't melkfebriek. Het (Sleen)
- intied: Wai kunnen intied wel even koffiedrinken, schrief ai mor deur! (Roderwolde)
- joggel I: Hoe hesse dat kromme joggel van 'n peerd kunnen kopen (Padhuis)
- kaold: Sommige mensken kunnen over lieken gaon; hij is ok zo'n kolde (Een)
- kennen: kunnen
- kern: Sommige proemen kunnen een bittere kern in zitten (Peize)
- Keulen: Zij kunnen Keulen en Aken wel rond ewest hebben, zolange duurt het (Ruinerwold)
- kiedelorig: Wèes toch niet zo kittelorig, ie kunnen toch wel tegen een lollegien (Meppel)
- klapboks: Gulpen: overstappen, klapboksen kunnen zitten blieven