U zocht voorbeeldzinnen met daarin "land"
Resultaten 41 - 60 van 188
- kaal: Het land is noe kaal
- kali: Os pa was mit oom Jan achter op het land an het kali zaaien (Barger Oosterveld)
- keizer: Waor het land opholdt, verlus de keizer zien recht (Coevorden)
- kiel I: Hij had een male kiel in het land (Roswinkel)
- kiels: Dei weg lop kiels deur het land (Barger Oosterveld)
- kienstobbe: Wat zit er een keinstobben in dat land (Barger Compascuum)
- kinkel: In dat land zit 'n lillijke kinkel
- knik: Der zat een knik in het land (Barger Compascuum)
- körtrommel: het land brengen (Padhuis)
- kreuze: Kreuzen stunden eerder bie os achter in het land
- kwabbelig: Dit land is aaid al kwabbelig west, het veert hielemaol (Padhuis)
- kweek: Groffe kwekken: der zit nogal wat 'schoenveters' in het land en fiene kwekken: het touw lig op het l (Padhuis)
- ladde I: Der zit ladden in het land (Sleen)
- land: Het veen mus ontgunnen worden um land te kriegen
- land: In wat veur land
- land: Ze woont een ende het land in
- land: Hie schruuwt stad en land bij mekaar (Sleen)
- land: Het oolde land
- land: Hie leg nog met een stukkien land an oes langs (Oosterhesselen)
- land: Dat is hier groot land