U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lang"
Resultaten 41 - 60 van 280
- dreugien: Hoou is het, moo'k nog lang op 'n dreugie zitten? (Gasselte)
- dudelijk: Dat is ons lang altied nait dudelk (Valthermond)
- duurappel: Doerappels bint appels, die lang kunt doeren (Padhuis)
- èende: Wat is die man toch een lang èende
- eetbaar: Lang alle paddestoulen bunt nich eetbaar (Barger Oosterveld)
- el: Zien geduld is ok gien el lang (Beilen)
- erpelgaarder: Hij möt nog een paar eerappelgaarders zien te kriegen, anders duurt het völs te lang (Padhuis)
- ezelsdracht: Dat mensk hef al zo lang lopen, het lik wal een ezelsdracht (Zweelo)
- fladderak: is lang niet mak/En van je hela, hola... enz. (Balloo)
- foegeln: Hie hef net zo lang an het foegeln west, dat e der veurdiel van hadde (Exlo)
- foekepot: *Ik heb zo lang met de foekepot lopen/En ik heb gien geld om brood te kopen/Foekepotterij, foekepott
- gaanzeborden: De kinder bint mit mekaar an het ganzeborden. Het zal mie neidoun, hou lang het doert, veurdat ze ro (Barger Oosterveld)
- gaon: Hie hef al lang met dat wicht gaon en non is het iniens oet (Zweelo)
- geelhaor: Dai gait nog lang nait dood, want dai is zo taoi as geelhaor (Valthermond)
- gek II: Ik woon hier ook nog niet zo gek lang (Buinen)
- geroddel: Ze was dat geroddel al lang zat
- gesprek: een lang gesprek (Coevorden)
- gevuligheid: Die gevuligheid blif toch lang hangen (Sleen)
- gewoon: *Ie kunt lang genog hangen, aj het mor gewoon bint (Sleen)
- gezicht I: Die plaots is een gezicht lang