U zocht voorbeeldzinnen met daarin "lap"
Resultaten 41 - 46 van 46
- wried II: Het is een wriede lap
- zeem: lap
- zeemleren: De lantèernopsteker gebroekte een ziemleren lap (Sleen)
- zeemleren: Met een zeemleren lap mak ze het glas in de
- zeumen: Die kaant van die lap heuf je niet te zeumen (Balloo)
- zigzagnaod: An die lap was een zigzagnaod neid (Balloo)