U zocht voorbeeldzinnen met daarin "opzet"
Resultaten 41 - 49 van 49
- siepeltrien: ...iene, die wat hie mit de haande opzet met de kont weer umgooit en daor verschrikkelijk over zeurt (Padhuis)
- spanroepe: Een spanroepe is een lange roepe, die eerst het veurense deel opzet en dan het achterlief der bij tr (Diever)
- spel: Der was opzet in het spel (Emmen)
- ummietern: Aal de törf dei wie daags opzet harren, was ummieterd (Barger Compascuum)
- verkeerdum: Je hebt de buus er verkeerdum opzet (Balloo)
- verlekken: De ruters bint verlekt, zie bint niet goed opzet (Sleen)
- veurhokken: In de bouw weurden der eerst twee of veer garven opzet. Dat is veurhokken. As die garven der dan stu (Gasselte)
- welput: De welput was vroeger van törf of bakstienen opzet. Later van gewone stienen (Emmen)
- zaise: Een hekel is een opzet op de zais (Peize)