U zocht voorbeeldzinnen met daarin "opzetten"
Resultaten 41 - 57 van 57
- palmhaan: Der kwam een hiel koor kinder opzetten met een palmhaantien (Zwinderen)
- paraplu: Het regent, even de parreplu opzetten (Dwingelo)
- puttengruun: Bai het opzetten weur der putgruin tussen de steinen legd (Roden)
- rik: As mij de steken van het rikke gaot, mur ie ze der mar weer opzetten (Koekange)
- rits I: As wij bomen koopt, moej der even met de rits een kruus opzetten (Beilen)
- schering I: Ik mut de schèring nog opzetten (Hoogeveen)
- sluchtern: Mit het rogge opzetten meut ie oppassen, want anders sluchtert dat zo (Barger Compascuum)
- stark: Ze kwamen mit vief man stark opzetten (Noordscheschut)
- steek: Houveul steken aj opzetten moeten, hangt of van de grootte van de trui (Norg)
- stempel: IJ kunt gauw iene een stempel opzetten
- toeten I: wij mut ze mar opzetten
- verscheren: Aj een weefraem verschèren, bi'j an het opnei opzetten van een schèring (Smilde)
- winterhok: Pinken opzetten in het winterhokke (Zuidwolde)
- zeedamp: De zeedampen komt opzetten (Zeyen)
- zicht I: Wij moet een paar zichten opzetten
- zo: Het komp zo iniens opzetten (Fluitenberg)
- zunnescharm: Zullen wij de zunnescharm even opzetten? (Een)