U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pond"
Resultaten 41 - 47 van 47
- wegen I: Hij weg zeuven en zestig pond (Hoogeveen)
- wegen I: Hij weegt mor honder pond meer (Roderwolde)
- zakkebaand: Zakkebaand kochten wij bij het pond (Kerkenveld)
- zolter: Een zolter is 80 - 90 kilo en een Londens vaarken tegen de 100 pond (Dwingelo)
- zuut I: Een pond zuut
- zweers: Daor zit je wat zweers van vet in, wel meer as honderd pond
- zwien: Vrouger hadden ze Hamburger zwienen van zo'n 160 - 180 pond; dei gungen naor Duutsland. Hamburgers w (Vries)