U zocht voorbeeldzinnen met daarin "stoet"
Resultaten 41 - 60 van 81
- mat I: Ik doe je stoet in de mat; die kuj zo an de wupkar hangen (Eext)
- melkenkamer: In de melkenkaomer aachter de bedsteden stunden de inmaakpotten, de botter, brood en stoet en de sla (Roderwolde)
- muf: Die stoet is muf (Dalen)
- musch: Die musk pikt aal stukkies stoet vort, die vink kreg niks zo (Eext)
- ongel: Deur de ongel weur stroep deur daon en dan deden ze dat op de stoet (Oosterhesselen)
- opsmèren: As ik gien mes heb, kan ik gien stoet opsmeren (Eext)
- ovend: Ik heb stoet in de oven (Drouwen)
- plaat: Vrogger bakten ze stoet op de vloer van de oven; non doet ze het op platen (Oosterhesselen)
- rauwkörstig: Het is alweer rauwkörstige stoet, de rogge is niet goed kommen (Sleen)
- rof: Die stoet is zo rof, die is niet te snien (Sleen)
- roggenklien: Roggenklien wuur stoet van bakt (Schoonebeek)
- rozien: In die stoet zit hier en daor een rezien (Balloo)
- schillings: Wij haalden vroeger een schillingse stoet van de bakker (Emmen)
- schimmelig: De stoet wordt schimmelig, wij gooit hum in de zwienezomp (Sleen)
- schrempen: As een stukkien stoet schrömp, was de eulie klaor (Sleen)
- slei II: Wij hebt slei op stoet (Sleen)
- sliemerig: As de stoet sliemerig wordt, wordt er zegd: der zit leng in (Eext)
- smèer: Doe mij mor wat smeer op stoet
- smèerkeze: Doe mij mor smèerkeze op stoet (Weerdinge)
- smolt: Smolt weur gebroekt um op stoet te smèren in plaots van botter (Emmen)