U zocht voorbeeldzinnen met daarin "van"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 41 - 60 van 500
- achterkaant: Het stund op de achterkaant van de breeif (Gasselte)
- achterkaant: Aj je niet stilholdt, gaoj an de achterkaant van die deur (Zweelo)
- achterkaant: Dat is maor de achterkaante, daor zeej niks van (Beilen)
- achterkamer: Ie kunt van de achterkaemer zo hen de dele (Wapserveen)
- achterkamer: Ein van de kinder sleup in het aachterkaomerie under het ofdak
- achterklap: De koe mut oet de wagen, zij hebt de achterklap van de wagen al deel (Nieuw Dordrecht)
- achterlangs: W. hef der van zien va flink achterlaangs had
- achterlangs: Ie hebt van die lu, die kunt overal achterlaangs
- achterlaoten: Hij wol daor graog wat achterlaoten van zien handeltien
- achterliek: Dat kiend van de buren is wat achterlijk (Wapserveen)
- achtermekaar: Jannegien zeg de taofel van vere achtermenare op (Zuidwolde)
- achtern II: Ze haar het goed van achtern onder de heuispieren
- achtern II: Hie kwam mij van achtern op
- achtern II: Je kunt beter de wind van aachtern hebben
- achtern II: Hie zeurt aal van achtern, ...van achtern of an
- achtern II: Het regent aal van aachtern of an (Anloo)
- achtern II: Haal de vörke èven van achtern (Elim)
- achtern II: Van achtern bekeken hej makkelijk praoten (Hijken)
- achtern II: Het spiet mij van aachtern dat ik het niet
- achtern II: Van achteren kiek ie de koe in de konte