U zocht voorbeeldzinnen met daarin "week"
Resultaten 41 - 60 van 93
- ofbloen: Een koe die bols west hef, blödt of en is dan niet vruchtbaar meer, niet eerder as nao drie week (Emmen)
- ofkundigen: Domnie zal wel ofkundigen, wel der ankommen week preken zal (Eext)
- ofkunnen: Ik bin bang dat ze van de week het waark niet ofkunnen (Roderwolde)
- ofwieken: Hie week
- opbreken: Törf opbreken: 3 rijen opbreken en die legde men op 3 vaste rijen en nao een week goed dreugen zett (Pesse)
- opharken: Een keer in de week wordt alles opharkt (Hijken)
- overdragen: Die koe drag al een week over (Sleen)
- padvinder: Der kwamen eerder padvinders hen 't Sliener zand oet Rotterdam, veur een week of zes (Sleen)
- passen: Aander week betaolen, dat zul mij beter passen (Norg)
- peerdehoef: Peerdehouven mouten om de zes week bijkapt worden (Zuidlaren)
- pèerdeoog: dan kriej een week regen (Zuidlaren)
- petret: Wij moet nei week met de hiele femilie op 't petret (Hooghalen)
- piezakken: Ik mus de hiele week piezakken veur 9 gulden, Dat was in 1934 (Sleen)
- Pinkstern I: Pinkstern is zeuven week nao Paosken (Sleen)
- pittieskees: Wij koopt van de week mor ies weer een stukkien pittieskees
- poetsen: In de olde boerderije hadden wij nog zoe'n potkacheltien, zoe'n jeudtien, die mus elke week epoetst (Havelte)
- preek: *As het 's zundags regent veur de preek, dan regent het de hele week (Hijken)
- rammelkörfien: Het is nog maor drai week, maor der hong al een rammelkörfie in de waig (Eexterveen)
- richt I: Ik scheer van de week mor een beetien in de richt, ik kom overal niet an toe
- ringsteken: As het deur blef vriezen, wordt hier nei week ringsteken op het ies holden (Hooghalen)