U zocht voorbeeldzinnen met daarin "zul"
Resultaten 41 - 60 van 268
- drèeien: Het draaide der om of het deur zul gaon of neit (Vries)
- drèeien: Zul hij het halen? Het dreit er umme (Zuidwolde)
- dubio: Ik heb lange in dubio staon of ik het doen zul (Nieuw Amsterdam)
- eerder: Ik zul het eer zo doen (Sleen)
- en I: En wat zul dat dan nog? (Buinen)
- fiksen: Dat karwei zul wij wel even fiksen (Anderen)
- fiksen: Wel zul mij dat fikst hebben (Zwinderen)
- flaander: Flik, flak, flaander/De billen van mekaander/Wat der tussen zit/Zul oe dat wel lusten? (Stuifzand)
- floddern: Hie zul mar beter zien best doen en niet zo floddern in zien wark (Weerdinge)
- foi: Zul ze altied zoe fui wèzen? (Broekhuizen)
- fraaiigheid: Die jong hef beloofd dat hij even ankommen zul um oos te helpen, maor hij hef het niet daon, het is (Beilen)
- front: Waor zul die hen willen, die hef front veur (Sleen)
- gaonde: Wat zul der gaonde wezen? (Balloo)
- gebakkien: Wie zul heur det gebakkien bezörgd hebben
- geduvel: Ik zul het man nich doun, daor krieg ie geduvel mit (Barger Oosterveld)
- geflodder: Wat een geflodder in het huunderhok, zul der een buusling zitten? (Sleen)
- gekkelijk: Och, dat zul je niks gien nei doon van Jan, hij is aid al wat gekkelijk west (Beilen)
- gelpensnieder: De gelpensnieder zul 's maandags komen (Hoogeveen)
- geluksspinnegien: Een geloksspinnegie mug ie niet doodmaeken; het zul gelok brengen (Dwingelo)
- geriefelijk: Aj de fietse kepot hebt, kuj mienende wel èven lienen! Jonge zeg, det zul geriefelijk wèzen (Ruinerwold)