U zocht voorbeeldzinnen met daarin "akker"
Resultaten 61 - 80 van 96
- ofwenden: Ik moe ofwenden, die akker geert aordig
- ofwenden: De akker wendt of
- opbouwen: Aj een akker in mekaar bouwt, moej niet te dik opbouwen
- opploegen: Mu'k de akker opploegen of ofploegen?
- opzèeien: Bij opzeien wordt met de rechter haand zo zeid, dat de kaant van de akker voldounde bezeid wordt (Eexterzandvoort)
- opzetten: Wij hebt de akker met rogge der of. Nou moej hum wel even opzetten
- overweg I: Wij hebt daor overweg over die akker, wij hebt recht van overweg (Sleen)
- plek: Der zit een minne plek in de akker (Gasselte)
- ploegen: Dizze akker moej schol ploegen
- ploegen: De boer geeit dizze akker tehoop en die gundse oet mekaor ploegen
- roggegast: Die doezegatties van de hoek van de akker, waor veule onkruud in zit, gooit ze veur de koenen of ach (De Wijk)
- rugge I: De rogge van de bouwakker is midden op de akker
- schotbos: As de akker ofriefd was, wuurden de schotbossen ophaald en bij de knollen an de koenen opvoord (Stieltjeskanaal)
- schraankeln: Schraankeln is zigzag over de akker gaon en ieder maol een stuk opnei metnemmen (Eext)
- snierogge: Die akker mit snitrogge, daor komp hiel wat of (Ruinerwold)
- stedeling: Zo'n glooiing in de akker is een mooi gezicht veur stedelingen, mor de boer hef er een gloepense hek (Eext)
- stienakker: Wat noou de steeinakker is, daor wadden eerder een koppel steeinen op de akker (Eext)
- stoefbarg: Een stoefbult is hier een hoge zanderige akker (Zuidlaren)
- strekken II: Een strekken akker
- taoi: De akker was taoi van de kweek (Eelde)