U zocht voorbeeldzinnen met daarin "alles"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 61 - 80 van 500
- besmeren: besmeer ie alles (Ruinerwold)
- besnuien II: De jongen maakt alles op en de olden mut heur er um besnuien (Zuidwolde)
- bestaon III: Dit weer, dat kan zo niet bestaon, alles verdreugt (Klazienaveen)
- betunen: De sloot betunen, aans valt alles in (Dwingelo)
- bezik: Wij handelt niet bezik, wij doe alles in de maande (Broekhuizen)
- bezunigen: Wie zellen ons wel bezunigen mouten, nou alles duurder wordt (Valthermond)
- bier: Bier met alles is bier met een scheutie roodbitter en een schep sukker (Eext)
- bijlangs: nao en giet alles zölf bijlanges
- bijlangs: Hoe is het met het wark, kuj alles bijlangs kommen?
- bijlangs: Wij hebt alles nog even bijlangs west
- bijstand: Gien bijstand of gien overschot; siecuur der op an, alles blef
- binnenpot: De binnenpot is lek, nou kunt wie alles wal vortgooien (Barger Oosterveld)
- binnensteboeten: Zie hebt alles binnensteboeten keerd (Barger Compascuum)
- blaffen: Die blaft der alles uut, die muj niet te veule vertellen
- blakern: Deur de braand was alles zwart blakerd (Beilen)
- blauw: Doe der maor niks an, laot alles maor blauw blauw
- bliede: Wat bin ik bliede dat alles nog good ekomen is (Ruinen)
- blinstern: Het glinstert en blinstert, alles wat an dat mens hangt (Barger Compascuum)
- bloedzoeger: Wat een bloedzoeger, hij wil alles hebben (Schoonlo)
- blokschaaf: ...en mit de grote blokschaove wordt alles goed glad emaakt (Fluitenberg)