U zocht voorbeeldzinnen met daarin "bomen"
Resultaten 61 - 80 van 130
- langwagen: Het veurstel wordt met het aachterstel verbonden mit een laankwaogen. Veur vervoer van bomen wel 3-4 (Taarlo)
- liemstok: Op de brink tusken de bomen stunden liemstokken, waor as Jaan zien jonges vogels met vungen (Eext)
- lochtig: Het is mooi lochtig ewörden, nou ze de bomen um ekapt hebben (Hoogeveen)
- lochting: Een lochting zo hevig dat ie bomen en hoezen zöt
- loof I: Die bomen komt al weer mooi in het loof (Sleen)
- maljan: Stelmaoker haar een maaljaan om bomen te vervoeren (Eexterveen)
- maokrèei: ...zit allend in de bomen, aandere krèeien zit in koppelties (Geesbrug)
- naald: Wat valt er een naolden van dei bomen (Barger Oosterveld)
- naaldholt: Der is verschil tussen loofholt en naaldholt; het is maar van wat soort bomen het ofkomstig is (Coevorden)
- naojaor: In het naojaor valt het blad van de bomen en dan zeg wij: Het wordt wèer harfst (Buinen)
- neutenboom: bomen (Rolde)
- nustkastien: Der hangt al nustkasties an de bomen veur de vogels (Eext)
- oetlopen: De bomen lopen al weer uut (Emmer Erfscheidenveen)
- oetrooien: Ze waren an het bomen oetrooien (Emmen)
- oetschieten I: Ie kunt weten dat het veurjaor wordt, de bomen begunt uut te schieten (Hollandscheveld)
- oetspruten: De bomen spruten al weer uut, nou het veurjaor is (Kloosterveen)
- ofblessen: Ik wol holt kopen en nou he'k twintig bomen of eblest (Broekhuizen)
- ofplukken: Wel hef mie de appels van de bomen ofplukt? (Barger Compascuum)
- ofweiden: Onder de bomen laot ik het grös ofweiden (Broekhuizen)
- optakeln: Met een takelbok weurden de bomen optakeld (Zwinderen)