U zocht voorbeeldzinnen met daarin "brengen"
Resultaten 61 - 80 van 90
- opholden: Kun ij hum nog een beetien opholden? De meziek zul hum een serenade brengen, mor zie bint der nog ni (Eext)
- opmarking: Zij mag geern mit heur slinkse opmarkens de meinsen van de wieze brengen (Noordscheschut)
- opzolten: Hij hef niks in te brengen en kan zich wel opzolten (Ruinen)
- pad: Iene op het slechte pad brengen (Hooghalen)
- pad: Zij zal het wel bij 't pad brengen
- praktiek: Aj dat in praktiek wilt brengen, valt het vaak nog wal tegen (Hooghalen)
- rabat: Ien op het rabat brengen
- rede: Kenst hom nait tot rede brengen (Valthermond)
- reischaaf: Vèur dèuren en kezienen gebruukte de tummerman een reischaaf um profiel an te brengen (Beilen)
- roggenbrood: Wij gungen eerder altied broodrogge naor de mulder brengen, daor kreeg je dan roggebrood veur van de (Borger)
- schrol: Ien op de schrollen brengen
- serenade: De meziek zul hum een serenade brengen (Eext)
- spientsmaandtien: en een spientsmaandtien mit harde spontörf wil brengen
- stoppel: Wij wilt de mesbult even over de stoppel brengen
- stried: Het was nog een hiele stried um de bol hen de slager te brengen (Beilen)
- stroek: Hij kan altied de boudel op stroeken brengen
- terechtbrengen: Aj der wat van terechte wilt brengen, dan muj der wel aoveruut wezen (Ruinerwold)
- top: As ze de iemen naor de haide brengen, stoppen ze het ielgat dicht mit een toppie heui (Emmer Compascuum)
- vaalt: De mes an de vaalte brengen (Zuidwolde)
- vesper I: Ik zal even de vesper hen 't laand brengen (Weerdinge)