U zocht voorbeeldzinnen met daarin "dag"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 61 - 80 van 500
- dag: Um vief uur is het bij ous weer dag (Norg)
- dag: Dat is een dag veur de prins
- dag: Vandaag (an) de dag wordt er niet veul mèer oet stee zet (Hijken)
- dag: Je moet de dag niet veur de aovend priezen (Borger)
- dag: Veur dag en dauw was hij er al (De Wijk)
- dag: Kom der man mit veur den dag, ...veur 'n dag (Barger Compascuum)
- dag: Deur dag en tied
- dag: Hij slap een gat in de dag (Diever)
- dag: Met 'n dag kom ik
- dag: Toe jong, maak is wat an, een dag is gien eeuwigheid (Coevorden)
- dag: Het scheelt dag en nacht (Dwingelo)
- dag: Hij leeft bij de dag (Hoogeveen)
- dag: Mien dag komp nog wel
- dag: Ik heb mien dag neeit
- dag: Hij is nog kras op zien olde dag (Roderwolde)
- dag: Hij hef der wal een dag en een zaoterdag met wark
- dag: Deur dag en tied pruuft hij ze wal
- dag: Het wordt bij de dag arger
- dag: Dat is een mens van de dag
- dag: Dag in dag uut is e der mit aan de gaank (Emmer Compascuum)