U zocht voorbeeldzinnen met daarin "deur"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 61 - 80 van 500
- arreslee: Hij ree met de arreslee deur de snei (Balloo)
- attent: Wat een attente jonge, dat hie de deur veur mij lösdeed (Emmen)
- baancent: ...ik scharrelde aoveral tussen deur zonder det mij um een banecent evreugen wörde
- baand I: Een baand deur het brood, dan is het brood niet gaor (Anderen)
- baanderroetien: Hie keek deur het baanderroetien (Wijster)
- baargzaand: Ze streeiden baargzaand deur, ...in het stro in een hokke mit keunen en de smid gooide baargzaand in (Dwingelo)
- baddern: IJ moet niet aal deur de modder baddern (Sleen)
- baggelgeut: De modder lop deur de baggelgeut (Gieten)
- baggelmesien': ...en dou vaorde bie ons deur daip een baggelmasien (Valthermond)
- baggeln II: Gao weg, met je smèrige bienen deur de keuken hen te baggeln (Sleen)
- bakker: De bakker is er deur kreupen (Borger)
- bakker: ... hef er zien wief deur ejagd
- bakvleugeln: Hij bakvleugelde der over, ... deur de modder (Roderwolde)
- balatum: Zie hadden deur het hiele hoes balatum liggen (Sleen)
- baldern: Wat kan die paander proten. Hij baldert mar an ien stuk deur (Havelte)
- baldern: Aj het aordig drok hebt, kuj wal zeggen: daor bolder ik wel deur (Hollandscheveld)
- balk: Wij komt de winter wal deur, wij hebt het zwien in de balken (Exlo)
- balkenglop: Hij stek het heui deur de balkenglop hen baoven (Zuidwolde)
- balstern: Hij balsterde er dwars deur hen (Nijeveen)
- banjern II: Wij mussen deur de modder banjern (Elim)