U zocht voorbeeldzinnen met daarin "holten"
Resultaten 61 - 80 van 124
- oetkappen: Een holten geute worde vrogger uut ekapt mit een holle dissel (Hoogeveen)
- ofzundering: Van een holten beschot hebbe wij een ofzundering emaakt veur de diepvries (Uffelte)
- opscheppen: Veur èerpels opscheppen hebt de boeren een holten schuppe (Beilen)
- pen: In een rief zaten holten pennen (Borger)
- pen: Die kozienen zit nog mit holten pennen ien menaar (Ruinerwold)
- perenholt: De kop van een holten haemer wörde wal emèuken van paereholt (Dwingelo)
- piepiesdarg: Piepiesdarg was hardstikke mooie darg, dat konden ie wal mit een holten schoppe spitten (Barger Compascuum)
- plank: Een holten kuup weur vaak gebruukt vrogger bij het wassen mit borstel en plaank
- platvat: Platvat was een holten vat, waor vrogger heufdkees in maokt wur (Anderen)
- pomp II: Allennig een holten duker nume wij pompe (Broekhuizen)
- puttenkeep: Der waren holten en cementen putkepen (Barger Compascuum)
- radploeg: Een radploeg is een holten ploeg met een groot en een klein rad. Het grote rad luup deur de voor en (Stieltjeskanaal)
- radploeg: is een holten ploeg met ien rad (Mantinge)
- regelateurklok: Op regelateurklokken staot meestal 2 mooie holten peerdties (Elim)
- rief: Een rieve is een harke mit holten tanden, die schuin an de stele zit (Nieuw Amsterdam)
- rief: een holten rief, waor altied een peerd veur mus (Roderwolde)
- rinkelhoepel: Een rinkelhoepel was een holten hoepel met spieken, waor ronde blikkies en krallen um toe zaten, die (Nieuw Dordrecht)
- rister: Een holten ploeg, woor een lös reester an zat (Zweelo)
- rongeeg: Een rongeeg is een lichte holten eeg met lange rongen er in. Die weur bruukt veur de eerpels um het (Eext)
- rouwmus: De plooien van de rouwmussen kwamen op een soort rekkie met ronde holten staafies (Beilen)