U zocht voorbeeldzinnen met daarin "maak"
Resultaten 61 - 80 van 80
- rozebottel: Van rozebottels maak ij jam (Weerdinge)
- schandaal: Jongs, maak toch niet zo'n schandaal, het heuren en zien vergiet oes (Coevorden)
- scheerlien: De waslien zakt deur, maak der even een scheerlien an (Nieuw Dordrecht)
- siepel: Gesneden siepels 's nachts naost het bedde maak ij verkoldheid met lös (Hooghalen)
- sikkebok: Pas op, aanders maak ik een sikkebokkie van oe
- slont: Maak joen klompen is wat schoon. Aachter het hoes lig wel een olde slont (Roderwolde)
- snerpen: Maak toch niet zo'n lawaai; het snarpt je in de oren (Erica)
- snieder: Snieder, maak mij de boks wat wieder/ Mar niet zo wied/Dat e mij van het gat ofgiet (Padhuis)
- snotdompe: Maak joen snotdompe ies schone (Erica)
- spei: As ik een vlek in de rok hebbe, maak ik het mit spei even schone (Havelte)
- tiezig: Doe niet zo tiezig en maak je eten op (Hijken)
- toetrager: Mit de tuterager maak ie de koffiepot schone (Havelte)
- umwindsel: Maak mor gien umwindselties; vertel mor precies, hoe het is (Sleen)
- verdouwelderije: Maak ies wat voort, ieje mit oen verdouwelderije (Zuidwolde)
- voorlok: Ik maak die petriezen voorlok en met drie dagen zet ik strikken (Sleen)
- wegwies: Maak mij maor ies even wegwies (Zuidwolde)
- zanderig: Maak je de boks niet smèrig an die zandige zakken (Sleen)
- ziepwater: Maak mie even wat zeipwater veur bellen blaozen (Barger Oosterveld)
- zotter: Maak die piep ies schoon, der zit almaol zotter in (Oosterhesselen)
- zottern: Maak de piep toch ies schoon, hie begunt zo te zottern (Oosterhesselen)