U zocht voorbeeldzinnen met daarin "mot"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 61 - 80 van 500
- bijkommen II: Dat mot er nog (neudig) biekommen, dat doe mit dat wicht op vakantie gaist!
- bijslichten: Dai ofrit mot even bieslicht worden (Valthermond)
- bijspitten: Umdat e met de plooug niet overaal kommen kan, mot e de hoouken van de toen bijspitten (Eext)
- bijzied: Wat e neit bruken ken, mot e maor biezied gooien (Emmer Erfscheidenveen)
- bil: *Wel zien billen braandt, mot op de blaren zitten (Gasselte)
- bit I: Dat peerd is hard in de bek, die mot een zwaorder bit an hebben (Drouwen)
- blauw: Man, wat geef je mij wèer blauw, ie mot niet zoveul roken (Hijken)
- blieken I: Of wij 't gooud daon hebt, dat mot nog blieken (Anderen)
- bloederig: De intast mot nog even in het waoter staon blieven, aans is het zo bloouderig (Eext)
- blok: As het holt kepot mot, doej het in blokkies (Sleen)
- bodem: Der mot een goeie bodem in
- boekriem: Hij mot de boekreime wal even anhalen, anders redt hij het nich
- boermarke: De boermarke hef vanaovend vergaodering; der mot weer over het jachtveld beslist worden (Drouwen)
- ból I: Hie mot weer bij de bol
- bolt I: De bolt mot eerst heeit maokt worden, aans kuj de mus niet plooien (Eext)
- bonken: Ik mot dei putte eerst bonken (Barger Compascuum)
- börg II: Een börg gruit haarder as een mot (Roderwolde)
- bösseln: In het veurjaor hew 't drok, de hele stal mot dan bösseld worden (Hijken)
- botter I: Nou mot de botter geld kosten
- branden: Dat zwien, dat mot brand worden (Klazienaveen)