U zocht voorbeeldzinnen met daarin "pèerd"
Resultaten 61 - 80 van 267
- genaodebrood: Het aold pèerd, ...de hond, ...de knecht
- geubel: Het pèerd leup veur de boom aal in 't ronde, de geubel dreide en in de schure weur het zaod dörst (Hijken)
- gewricht: Dat pèerd hef volle gewrichten, der zit vocht in (Sleen)
- giest: Die borrel, ...dat pèerd, daor zit wal giest in (Sleen)
- glasoog: Dat pèerd hef een glasoge. Hie is er niks minder um in het wark, mor het lik wat raor (Zweelo)
- goedaordig: Wij hebt een goedaordig pèerd (Weerdinge)
- gördel: Aj het pèerd anspant, moej niet vergeten de gördel dicht te doon (Hijken)
- halsholtlèer: Gooi die halsholtriem, ...halsholtzeel even over het kop van het pèerd hen (Sleen)
- handelbaar: Dat pèerd is niet handelbaar
- hanteren: Een mak pèerd lat hum goed hanteren (Wapserveen)
- haost II: Aj een lui pèerd hebt, moej haost wal een gaardegien bij je hebben (Sleen)
- harshoorneulie: Harshoreneulie streken ij het pèerd an de bienen langs tegen muggen (Sleen)
- hazenhak: Het is een hiel best pèerd, mor hie hef een hazenhak. Zo'n pèerd komp ok niet in het stamboek (Sleen)
- heufdstel: Wij hadden het heufdstel mooi oppoetst, doew met het pèerd hen toonstelling west bint (Oosterhesselen)
- heup: Het pèerd hef de hup vergleen
- hoedaonigheid: Aj an de tanden niet mèer zien kunt, hoe aold e is, dan moej naor de hoedaonigheid van het pèerd k (Sleen)
- hörp: Zeuven hörpen en een man met 'n mes kunt 'n pèerd doodsteken
- horten: IJ moet het pèerd niet aal in de bek horten (Sleen)
- horterd: Wat is dat een horterd van een pèerd (Sleen)
- horterig: Aj een horterig pèerd hebt, hej de boel vaak stukkend (Sleen)