U zocht voorbeeldzinnen met daarin "sloot"
Resultaten 61 - 80 van 177
- korreln: Hie korrelde van de bienen, .... de sloot in (Sleen)
- kört II: Dat was kört an; aans haw in de sloot zeten
- kwaodschouwen: Ze hebben hom de sloot kwaodschouwd (Roderwolde)
- ladde I: Wij kunt die sloot haost niet schoon kriegen, der zit een dikke ladde in (Borger)
- laikbeugel: Hij muik de sloot schoon met ein laaikbeugel (Emmer Erfscheidenveen)
- laiken: Modder oet een sloot halen is laiken (Barger Oosterveld)
- lepel-en-vörkendaifie: Daor stait een lepel-en- vörkendaifie aan het kaande van 't sloot (Emmer Compascuum)
- liek III: Daor wil ik een lieke sloot an langes hebben (Klazienaveen)
- liesleers: Zunder leeisleerzen was e niet deur die sloot henkommen (Eext)
- luuns I: Aj de sloot opmaakt, gooit dan het luuns maar op een bulte, dan kan het wel deur de mes ewarkt worde (Ruinerwold)
- merakel I: Gooi dat olde meraekel van een fietse toch in de sloot (Diever)
- mietern: Hij was in de sloot emieterd (Havelte)
- mikmak: Ik gung met de heile mikkmak de sloot in (Zeyen)
- moddergat: moddergeut, ...sloot
- moddergeut: De moddergeut leup aachter de stookhok vanof de bounplaank naor de sloot (Roden)
- moddergrup: Van de pompstraote naor de sloot lèup zo'n moddergröppe (Smilde)
- moddern: Dat is gien sloot opmaken, hij moddert er maar wat deur (Noordscheschut)
- mörgenrood: Morgenrood gef water in de sloot (Broekhuizen)
- mörgenrood: regen in de sloot (Dwingelo)
- mörgenrood: modder in de sloot