U zocht voorbeeldzinnen met daarin "speulen"
Resultaten 61 - 66 van 66
- viezewazen: Wat veur viezewazen zulden hum in 't nacht weer deur de kop speulen (Ruinen)
- vioel I: Dende wil aaid de eerste vioel speulen
- voetballen: Hij kan bij het voetballen zo geweldig gemien speulen! (Erica)
- wegfoegeln: Bij het kaorten een kaorte wegfoegeln, dat is gemien speulen (Wapserveen)
- zandbak: De kinder bint mooi an het speulen in de zandbak (Erica)
- zandhuppertien: Zaandhuppertien speulen